De Kamer - 1NL | FR | Home Zoeken FAQ Lexicon Contact Links Wetsontwerpen en wetsvoorstellen Recente documenten Schriftelijke vragen en antwoorden Agenda Samenstelling Beknopt Verslag Integraal Verslag Meekijken Agenda Samenstelling Bespreking van wetteksten Bespreking van interpellaties en vragen Meeluisteren Schriftelijke vraag en antwoord nr : 0088 - Zittingsperiode : 52 AuteurLuk Van Biesen, OPNVLD DepartementVice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Institutionele Hervormingen Sub-departementFinanciën TitelVerzekeringsovereenkomsten. - Kanscontracten. Datum indiening13/11/2007 TaalN Status vraagGebifurceerde vraag Termijndatum12/07/2011 VraagEr wordt algemeen aangenomen dat een verzekeringsovereenkomst een kanscontrat dient te zijn om als "werkelijke" verzekeringsovereenkomst te kunnen worden beschouwd. De aanwezigheid van een onzekerheidsfactor is daarbij een essentieel bestanddeel. Bij "nieuwe" verzekeringsproducten, in het bijzonder binnen het domein van de levensverzekeringen (tak 23), kan dit element van onzekerheid evenwel niet altijd duidelijk worden geïdentificeerd. Overeenkomstig artikel 97 van de landverzekeringsovereenkomstwet zijn de daarin gestelde regels inzake levensverzekering toepasselijk op de "persoonsverzekeringen waarbij het zich voordoen van het verzekerd voorval alleen afhankelijk is van de menselijke levensduur". De realisatie van de onzekere gebeurtenis van een levensverzekering is derhalve slechts afhankelijk van de menselijke levensduur. Om beschouwd te worden als verzekeringsovereenkomsten dient de verzekeraar zich te verbinden tot het betalen, in geval van overlijden, van een bedrag dat "substantieel" hoger ligt dan de wiskundige reserve. Gelet op het feit dat er geen wettelijke referenties bestaan voor het bepalen van wat "substantieel" zou kunnen zijn, wordt verwezen naar de fiscale wet die, in bepaalde gevallen, een overlijdensdekking van ten minste 130 % van de betaalde premies vereist. Men kan echter oordelen dat de verwijzing naar de kanscontracten (zoals geregeld in het Burgerlijk Wetboek) dient te worden opgeheven, en dat men zou moeten erkennen dat verzekeringsovereenkomsten onderworpen zijn aan een bijzondere wetgeving met een eigen definitie van de "onzekere gebeurtenis". De opheffing als kanscontract, wordt als volgt gemotiveerd: er is geen enkele mogelijkheid voor de partijen om te winnen of te verliezen, het enige onzekere element is het moment waarop de verzekeraar het beloofde bedrag zal moeten betalen. In de rechtspraak is men het ook niet eens over de te volgen interpretatie. De fiscale kamers volgen nogal snel de redenering dat een risico vereist is, zoniet moet een herkwalificatie plaatsvinden. Andere rechtbanken stelden dat het geen kanscontract hoeft te zijn. In artikel 1 van de landverzekeringsovereenkomstwet wordt een definitie gegeven van wat men dient te verstaan onder een verzekeringscontract. Daarin wordt met geen woord gerept dat een verzekering een kanscontract moet zijn. Et wordt alleen vermeld dat de prestatie van de verzekeraar afhankelijk is van het zich voordoen van een onzekere gebeurtenis. 1. Welke interpretatie verdient de voorkeur? 2. Moet een product van de tak 23 voldoen aan de voorwaarden van een kanscontract? Eurovoc-descriptorenVERZEKERINGSOVEREENKOMST Home Zoeken FAQ Lexicon Contact Links Contacteer de webmaster@dekamer voor vragen en technische opmerkingen