Zelfs minimumrente van 0,11 procent vinden banken al “onhoudbaar”

“Als we straks moeten betalen om ons geld op de bank te zetten, stop ik mijn geld in zilverpapier, in plastieken zakjes zodat het niet nat wordt, in een put in de grond.” Dat zei ondernemer Willy Naessens in de jongste aflevering van het tv-programma ‘The Sky is the Limit’. Ongetwijfeld denken wel meer Vlamingen er zo over, nu een aantal topbankiers het wettelijke minimum van 0,11 procent rente op een spaarboekje serieus in vraag stelt.

Bron: Het Nieuwsblad 

Moeten we onze bankier straks betalen om onze spaarcenten veilig te bewaren? Als de spaarrente negatief wordt, is dat inderdaad het geval. Als, want vooralsnog geldt in ons land een wettelijk minimum waaronder banken niet mogen duiken: 0,1 procent getrouwheidspremie en 0,01 procent basisrente, samen 0,11 procent. Maar zelfs die habbekrats lijken meer en meer topbankiers in vraag te stellen.

Pijngrens bereikt

Het was KBC-topman Johan Thijs die vorige week als eerste grootbankier een schot voor de boeg loste. “De rente op ons gewone spaarboekje is 0,15 procent, dus nog boven het minimum. Maar laten we een kat een kat noemen: als de grondstof almaar duurder wordt, zijn dat kosten voor een bank. Stel u voor dat KBC geen groep met gediversifieerde inkomsten was, dan zou die situatie een bedreiging vormen.”

Zijn collega Marc Raisière, topman van (staatsbank) Belfius, ging deze week nog een stapje verder. Hij vreest dat de Europese Centrale Bank volgende maand de depositorente voor banken in de eurozone nog verder zal verlagen (van de huidige -0,2 procent naar -0,3 procent). “Als dat gebeurt, komt de rendabiliteit van de Belgische banken in het gedrang. Is die 0,11 procent dan nog wel houdbaar?”, vroeg hij zich retorisch af.

Nochtans doen beide groot­banken het lang niet slecht: KBC zag zijn winst groeien van 1,76 miljard euro in 2014 naar 2,64 miljard in 2015, terwijl de winst van Belfius met 10 procent klom tot 506 miljoen euro. De bank gaat voor het eerst sinds haar redding zelfs een dividend uitkeren – wellicht 75 miljoen euro – aan haar aandeelhouder, de Belgische staat.

“Ik vraag me af hoe de banken hun spaarderszullen uitleggen dat ze miljoenen

winst maken maar tegelijk geen rente kunnen geven op het spaarboekje. Willen ze dan echt dat de mensen hun geld weer in een kous gaan steken?”, zegt Peter Dedecker van N-VA.

Luk Van Biesen van Open VLD bekijkt het pragmatisch: “Ik voel binnen de meerderheid weinig animo voor zo’n verlaging. Daar zou lang en hevig over gedebatteerd worden. Tegen dat zo’n wetswijziging er komt, is ze misschien al niet meer nodig: de rente kan toch niet eeuwig laag blijven?”

Roel Deseyn van CD&V noemt de verlaging “niet echt wenselijk. Je mag toch niet vergeten dat de banken rechtgehouden zijn met belastinggeld. Bovendien vrees ik dat de spaarder dan zijn appeltje voor de dorst in risico­dragende producten belegt. Met alle gevolgen van dien.”

Al houdt hij wel een slag om de arm: “Enkel wanneer de financiële waakhond FSMA en de Nationale Bank met overtuigende argumenten komen dat een negatieve rente dé oplossing is om de economie fors te laten groeien, kunnen we daarover nadenken.”

Al lijkt dat laatste nog niet voor morgen. Want, zo zei gouverneur Jan Smets van de Nationale Bank vorige week: “De banken moeten zich aanpassen en kunnen hun marges op peil houden door de kosten te verlagen of efficiënter te worden. Ze moeten zorgvuldig omgaan met de zeer lage marktrente, maar een ver­laging van het wettelijke minimum is niet aan de orde.”