Onderzoeksjournalisten krijgen het hard te verduren in commissie Panama Papers

Tijdens een zitting van de bijzondere Kamercommissie over de Panama papers is een hevig debat ontstaan over de deontologie van de journalisten die het fiscaal schandaal naar buiten hebben gebracht. Toevallig op de Internationale Dag van de Persvrijheid, stelden vooral de liberalen kritische vragen aan journalisten Kristof Clerix en Alain Lallemand.

Bron: Het Laatste Nieuws

Clerix (Knack) en Lallemand (Le Soir) zijn twee van de journalisten van het internationaal consortium ICIJ die het Belgische luik van het internationaal lek uit de doeken deden. Ze gingen in op de vraag van de bijzondere Kamercommissie om daarover aan de parlementsleden extra uitleg te geven. Ze schetsten onder meer de hele geschiedenis van fiscale schandalen die de laatste jaren naar buiten werden gebracht: SwissLeaks, LuxLeaks, OffshoreLeaks en de PanamaPapers.

Vervolgens mochten de politici vragen stellen. Al snel ontaardde die vragenronde in een rondje bekvechten over de manier waarop de journalisten te werk zijn gegaan. Het ging er bijwijlen hevig aan toe. Onder meer Kristof Calvo van Groen, die zich gisteren ook vastbeet in het dossier van de kerncentrales, moest het ontgelden. Toen die zijn liberale collega Luc Van Biesen onderbrak, sneerde de Open Vld’er hem toe dat hij maar “nog wat scheurtjes in Doel” moest gaan zoeken.

Onderzoek

Van Biesen had de journalisten gevraagd waarom het onderzoek “beperkt bleef tot het geven van namen en lijstjes”. “Men kan toch de vraag stellen of het niet jullie taak is na te gaan welke constructies hebben geleid tot fiscale fraude. Had men dat niet beter eerst onderzocht? De vraag is waarom men een rekening in Zwitserland of Luxemburg heeft. Maar men geeft gewoon namen en gaat zo de publieke opinie bespelen”, aldus Van Biesen, die nog opwierp dat “van sommigen de privacy is geschonden”.

“U bent voor de relatieve persvrijheid”, reageerde Calvo. “En dat op een moment dat de instellingen waar wij verantwoordelijkheid voor zijn, tekortschieten en journalisten zich engageren om te zorgen voor een zekere transparantie. Ze brengen de fiscale rechtvaardigheid dichterbij dan de instellingen die daar eigenlijk voor worden betaald. De manier waarop zij hier onthaald worden, verbaast mij.”

Privacy

Ook Clerix en Lallemand konden de tussenkomst van Van Biesen niet smaken. “Ik vind het een beschuldiging dat u spreekt over een privacyschending”, zei Clerix. “In de vijftien jaar dat ik als journalist werk, heb ik steeds veel belang gehecht aan deontologie. De namen die we noemen, vallen onder de categorie van publieke figuren. De mediawetten zijn zeer duidelijk: het gaat niet om een schending van de privacy.” Clerix benadrukte dat de gelekte gegevens gecontroleerd werden en dat betrokkenen steeds de kans kregen tot een wederwoord.

N-VA’er Rob Van de Velde had dan weer bedenkingen bij het feit dat de journalisten niet meteen wilden meewerken met de fiscus. Clerix zei dat met het journalistenconsortium is afgesproken dat pas komende maandag een aantal gegevens bekendgemaakt zullen worden. “Ik voel een moraliteitskwestie”, repliceerde Van de Velde. “Volgens de wet zijn notarissen, bankiers en advocaten die weet krijgen van bijvoorbeeld witwaspraktijken, verplicht dat aan te geven. U geeft gegevens pas vrij aan de hand van de ICIJ. Als we fiscale fraude willen oplossen, zit er iets raars in die redenering.”