En toen botste de regering op de limieten van de macht

Het was een ontnuchterende week voor de regering-Michel. Zowel de wetgevende als de rechterlijke macht doorkruiste het asielbeleid.

Bron: De Standaard

Enkele weken geleden lamenteerde veteraan Eric Van Rompuy (CD&V) nog dat het parlement genegeerd wordt. Honderden pagina’s wetteksten rond het Zomerakkoord werden door de Kamer gejaagd. De regering negeerde daarbij niet alleen het parlement, maar ook kritiek van de Europese Commissie, de Raad van State en de sociale partners. De partijen van de meerderheid hadden een delicaat compromis gevonden dat bewaard moest worden. ‘Het parlement wordt monddood gemaakt en herleid tot een stemmachine. Dat levert slechte wetgeving op’, vond Luk Van Biesen (Open VLD).

En dan was er nog de Soedancrisis, waarbij premier Charles Michel (MR) het parlement

niet volledig geïnformeerd had, op voorspraak van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA). Een democratische blamage die passeerde.

‘Ik begrijp niet waarom parlementsleden zo met hun voeten laten spelen’, verbaasde Felix De Clerck (CD&V) zich daarover in een ­interview met De Morgen. ‘Als je verkozen bent door het volk, ben je het centrum van de democratie en mag je niet aanvaarden dat je naar de pijpen van je partijvoorzitter of de regering moet dansen. Dan moet je zeggen: stop, tot hier en niet verder, we gaan in staking.’

Muiterij bij MR

Dat is exact wat deze week is gebeurd, toen het veelbesproken wetsontwerp over de ‘woonstbetreding’ sneuvelde in de commissie Binnenlandse Zaken. Slechte wetgeving, vonden deze keer de onderzoeksrechters. ‘Een voorstel dat de grondbeginselen van onze democratische staat in gevaar brengt’, waarschuwden grondwetsspecialisten in De Standaard.

De framing door de oppositie dat de regering gewone burgers die vluchtelingen herbergen, viseert en zelfs criminaliseert, deed de rest. Bij de MR brak de muiterij uit. Plots hadden voorzitter Olivier Chastel en premier Michel de regie niet meer in handen. Ook bij Open VLD maakten volksvertegenwoordigers hun rekening.

Het blijven zeldzame momenten in de Belgische particratie. Het is ook tekenend dat niemand

in de regering weet hoe het verder moet. Nu het parlement het script niet volgt, wacht de improvisatie. Uit mededogen legde niemand van de meerderheid de premier het vuur aan de schenen in de Kamer.

De oppositie genoot des te harder van de herwonnen vechtlust in het parlement. ‘In tegenstelling tot in Rusland hebben we hier wel moedige burgers, organisaties, politici en rechters die durven op te staan tegen de regering’, stelde Benoit Hellings (Ecolo) triomfantelijk vast. ‘Zij, en niet uw regering, maken dat we in een rechtsstaat leven.’

Kritiek bij ngo’s

Ook de rechterlijke macht trok deze week een streep in het zand. Het Hof van Cassatie verwierp het beroep dat de Belgische staat had aangetekend tegen de vrijlating van een Soedanese migrant door de Brusselse kamer van inbeschuldigingstelling (KI). Volgens de KI was er onvoldoende nagegaan of de vluchteling een ­reëel ­risico loopt om in zijn thuisland het slachtoffer te worden van folteringen of onmenselijke behandeling. De rechters wezen op een gebrek aan voorzichtigheid bij de Dienst Vreemdelingenzaken en Francken in de Soedanese dossiers. Onterecht, vonden die, maar Cassatie bevestigt de uitspraak.

Het hoogste rechtscollege volgt, toch in dit geval, de kritiek die ngo’s en de oppositie al langer hebben. Ook Amnesty International hekelde deze week dat België de Europese verdragen niet respecteert.

Nochtans heeft Michel altijd volgehouden dat de Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens voor de regering ‘heilig’ is. Francken gaat er dan weer prat op dat hij elke juridische veldslag al heeft gewonnen en elk wetsontwerp van zijn kant solide is gebleken. Tot deze week, waarin hij twee keer in het zand beet.

Een langverwacht rapport van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen moet komende week duidelijk maken of teruggekeerde Soedanezen bij aankomst mishandeld werden, maar het Hof van Cassatie bevestigt het oordeel dat de uitwijzingen niet altijd doordacht hebben plaatsgevonden. Geen kleine tik op de vingers.

Radiostilte bij N-VA

Het is opvallend hoe stil Fran­cken en de N-VA blijven bij al deze tegenslagen in het voor hen cruciale asieldossier. Geen campagne over wereldvreemde rechters bij het Hof van Cassatie, geen verwijten dat de MR vol ‘Gutmenschen’ zou zitten die eigenhandig de grenzen openzetten – provinciegouverneur Hervé Jamar herbergt zelfs transmigranten.

De partij ontdekt daarentegen dat aanhoudend polemiseren een prijs meebrengt. Bij de MR is men ervan overtuigd dat de wet over de woonstbetreding was gepasseerd, hadden Francken en De Wever het debat niet zo opgepookt.

Ook aan Franstalige kant valt er te scoren met een streng maar humaan asielbeleid, maar de gespierde communicatie van de Vlaams-nationalisten maakt dat Michel het bij een deel van de achterban niet meer uitgelegd krijgt.

Electoraal profiteert de N-VA misschien op de korte termijn van de polarisering, op de lange termijn is de partij de enige partner die ze nog heeft aan Franstalige kant aan het schofferen, luidt het. En ondertussen zijn alle repatriëringen naar Soedan opgeschort en is er geen duidelijk kader voor huiszoekingen bij illegalen.

Bij de Franstalige liberalen groeit sinds de Soedancrisis de overtuiging dat de N-VA moet ­kiezen: of het debat blijven ophitsen, of het regeringswerk mogelijk maken. Beide wordt moeilijk.

Jan-Frederik Abbeloos ■