BNP Paribas – “Wie schuld bekent, betaalt en remedieert, verdient tweede kans”

 

75873384747_1480694725_n.jpg

(BELGA): Ontslagnemend minister van Financiën Koen Geens (CD&V) heeft donderdagmiddag in de Kamercommissie Financiën uitleg gegeven bij de boete van bijna 9 miljard dollar die BNP Paribas opgelegd kreeg van het Amerikaanse gerecht voor het schenden van het VS-handelsembargo tegen Soedan, Iran en Cuba. Geens benadrukte dat de Franse bank, waarvan de Belgische staat voor 10,3 procent aandeelhouder is, de feiten toegeeft en “geenszins minimaliseert”. Toch heeft hij er geen spijt van dat België vorig jaar zijn aandeel in Fortis verkocht en niet in BNP. “Wie schuld bekent, betaalt en remedieert, is een tweede kans waard.”

Bron: Belga

Zowel Geens als zijn partijgenoot en kersvers commissievoorzitter Eric Van Rompuy benadrukte bij het begin van de zitting dat het slechts om een “gedachtewisseling” ging. “Ik moet voorzichtigheid in acht nemen”, zei Geens. Niet alleen is hij lid van een regering in lopende zaken, hij moet zich ook gedragen als een aandeelhouder van het beursgenoteerde BNP Paribas en hij wil naar eigen zeggen ook de federale formatie niet hypothekeren.

Na een technische uitleg over de gewraakte feiten en de manier waarop het boetebedrag berekend werd, zei Geens dat BNP Paribas zijn spijt heeft uitgedrukt. Hij blijft “niettemin zeer ontgoocheld dat een bank met een dergelijke goede reputatie grove fouten heeft begaan en hierop veel te traag heeft gereageerd”. Vooral het feit dat het BNP Paribas achttien maanden gekost heeft om de verboden dollartransacties in Soedan stop te zetten, stoot hem tegen de borst. “De feiten zijn ernstig, qua omvang en qua aard. Ze zijn niet voor herhaling vatbaar en er moet alles aan gedaan worden opdat ze zich niet herhalen.”

De twee Belgische bestuurders in de raad van bestuur van BNP Paribas – Emiel Van Broekhoven en Michel Tilmant – kunnen in geen geval, of ze nu onafhankelijk zijn of niet, “voorkennis meedelen aan de aandeelhouder die ze in feite vertegenwoordigen”, verklaarde de minister. Hij beschikt niet over indicaties dat een grotere betrokkenheid van de Belgische staat als aandeelhouder een verschil had kunnen maken bij de juridische afhandeling van de zaak.

Na de interventies van de Kamerleden verduidelijkte Geens dat Van Broekhoven en Tilmant onafhankelijk zijn tegenover het management van BNP Paribas, maar dat ze wel degelijk de Belgische staat vertegenwoordigen en in die hoedanigheid rapporteren aan de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) en de regering.

“Maar ze mogen geen voorkennis meedelen.” BNP Paribas had er wel geen kwaad aan gedaan, zei Geens, mocht het de twee Belgen beter en sneller “kunnen laten bevroeden” hoe ernstig de feiten waren die aan de basis lagen van de monsterboete. Zo sluisde de bank geld door naar het Soedanese regeringsregime op het moment dat het reeds beschuldigd werd van genocide.

Luk Van Biesen (Open Vld) stelde vast de Belgische overheid op geen enkele manier kan wegen op de beslissingen van de raad van bestuur van BNP Paribas. “Onze aandelen moeten verkocht worden, we hebben daar niets te zoeken.” Van zodra de beurskoers van de Franse grootbank het toelaat dat België niet met verlies verkoopt, moet de verkoop plaatsvinden. “Dit hoeft niet per se in het volgende federale regeerakkoord. Iedereen weet intussen dat de operatie tijdens deze legislatuur moet gebeuren, ook al omdat we de staatsschuld onder de drempel van 100 procent moeten houden.”

Verschillende Kamerleden vermoeden dat een boete van bijna 9 miljard dollar (ongeveer 6,5 miljard euro) vertaald zal worden in een verlies voor de aandeelhouders, bijvoorbeeld van het dividend. Karin Temmerman (sp.a) vroeg zich daarom openlijk af of de overheid zich burgerlijke partij moet stellen.