Diamantstelsel in schril contrast met stopzetten Diamantbank

In de commissie Financiën en begroting werd de laatste weken het ontwerp van de programmawet besproken. Zo werd afgelopen week de diamanttaks besproken.

Voor de mensen die niet vertrouwd zijn met de term “programmawet”, hieronder een kleine samenvatting:

“Een programmawet is in België een wet die samen met de begroting wordt ingediend in het parlement. Ze bevat bepalingen die nodig zijn voor de realisatie van de begroting. Vaak is er in de wet een hoofdstuk per minister.

Oorspronkelijk waren dit wetten om kleine wijzigingen door te voeren opdat het voorziene begrotingsresultaat behaald zou worden. Dit is echter uitgegroeid tot een tekst met honderden artikelen in verband met de meest uiteenlopende punten van het regeringsbeleid.”

In de programmawet wordt ook het fiscaal kader van de diamantsector besproken. Momenteel is het voor de diamantsector geen evidentie om aan te tonen wat hun belastbare grondslag is, daar de waarde van een diamant steeds wijzigt. Zo is de waarde van een diamant afhankelijk van de koers op de beurs, de staat waarin hij zich bevindt (ruwe diamant of geslepen) ed. Dit gaf in het verleden vaak aanleiding tot mogelijke vragen van de fiscus aan de diamantsector.

In dit verband had Luk een gesprek met de vertegenwoordigers van “Het Antwerp World Diamond Centre (AWDC)”. Het AWDC is de officiële vertegenwoordiger van de Belgische diamantsector en verdedigt hun belangen. Tijdens dit gesprek werd duidelijk dat er nood is aan een duidelijk fiscaal regime voor de diamantsector. Momenteel is het voor de ondernemingen in de diamantsector fiscaal niet altijd evident omwille van de complexiteit van hun sector.

De programmawet creëert daarom een eenvoudig controleerbaar fiscaal kader voor de diamantsector. Er wordt tegemoet gekomen aan de moeilijkheden die bestaan op het vlak van fiscale controle ten aanzien van de werkwijze binnen de sector en de intrinsieke aard van het product diamant. Er wordt ook rechtszekerheid geboden aan een sector die direct en indirect meer dan 30 000 werknemers tewerkstelt en die
5 % van de Belgische export van goederen en diensten vertegenwoordigt.

Zo zal het uit de boekhoudkundig voortvloeiend netto resultaat, verbonden aan de diamanthandel, vervangen worden door een forfaitair resultaat (0,55 %). De belastbare basis voor de diamantsector wordt dus vastgelegd op 0,55% van de omzet die behaald werd uit de diamanthandel. Dit forfaitair resultaat zal worden onderworpen aan de vennootschapsbelasting (33,99%)/personenbelasting. Op dit resultaat zullen bepaalde fiscale aftrekken niet kunnen worden toegepast. Zo wordt de toepassing van de (overgedragen) notionele interestaftrek en aftrek voor overgedragen verliezen onder meer expliciet uitgesloten.

Het diamantstelsel doet twee dingen:

  • het zorgt ervoor dat de sector substantieel meer gaat bijdragen dan wat tot op heden het geval is;
  • het geeft de sector inderdaad ook rechtszekerheid.

Door deze maatregel zal de diamantsector vijftig miljoen euro meer belastingen moeten betalen dan vroeger het geval was. De diamantsector zelf is tevreden met deze nieuwe belastbare basis van 0,55%. Hierbij wogen de hoger te betalen belastingen niet op tegen de oneindige geschillen met de fiscus. Dit alles is goed om de diamantsector in ons land te houden. In schril contrast staat de afbouw van de Diamantbank. Hierdoor verliest België haar greep op de transacties en komt deze in handen van Indische bancaire groepen. Het is onverstandig dat de Belgische banken de activiteit niet hebben overgenomen van de diamantbank (KBC moest de diamantbank afstoten door Europa, na overheidssteun tijdens de financiële crisis van 2009-2010). Op termijn vreest Luk dat de diamantsector uiteindelijk de financiële stroom zal volgen en dus zal delokaliseren naar Azië. Dat zou een zwaar verlies zijn. Het diamantstelsel komt hier hopelijk niet te laat!