Naar fiscaal co-ouderschap voor meerderjarige studenten?

Gescheiden ouders kunnen het fiscale voordeel voor de kinderen ten laste verdelen. Dat kan echter niet meer als het kind meerderjarig wordt, ook al blijven de ouders de kosten van hun student delen. In de Kamer wordt een oplossing gezocht.

Het kan plots een streep door de rekening zijn voor ouders die hun kinderen in co-ouderschap opvoeden: zodra een kind 18 wordt, verliest één van de ouders het fiscale voordeel dat de kosten voor de opvoeding wat compenseert.

Bron: De Tijd

Dit is een gevolg van de regelgeving rond fiscaal co-ouderschap. Gescheiden ouders die de zorg en de huisvesting van de kinderen gelijk verdelen, kunnen afspreken het fiscale voordeel voor kinderen ten laste eveneens gelijk te verdelen.

Per kind ten laste heeft een belastingplichtige recht op een verhoging van de belastingvrije som (zie tabel). In principe gaat die toeslag naar de ouder die het kind fiscaal ten laste neemt. Bij ouders die gehuwd zijn of wettelijk samenwonen, is dat degene met het hoogste inkomen, maar komt langs die weg het voordeel het gezin toe.

Na een scheiding kan een kind echter nog steeds maar bij één van de ouders fiscaal ten laste zijn. Wordt er geen akkoord bereikt over fiscaal co-ouderschap, dan ontvangt deze ouder de volledige toeslag op de belastingvrije som, en de andere ouder niets. Is er wel fiscaal co-ouderschap, dan wordt de toeslag fifty-fifty verdeeld.

In de praktijk echter leidt de toepassing van fiscaal co-ouderschap hier en daar tot scheeftrekkingen, signaleerde eerder deze week nog de Federale Ombudsman in zijn jaarverslag.

Een van de gevolgen van de wetgeving die de Ombudsman – en velen met hem – niet logisch vindt, is dat het verdelen van de toeslag niet meer kan zodra het betrokken kind meerderjarig is (18 jaar op 1 januari van het aanslagjaar). Wettelijk is immers voor fiscaal co-ouderschap de gezamenlijke uitvoering van het ouderlijk gezag vereist. Meerderjarige kinderen vallen niet meer onder het ouderlijk gezag (voor de volledigheid: dit geldt ook voor ontvoogde kinderen). Het gevolg is dat enkel de ouder bij wie het kind zijn fiscale woonplaats heeft, nog in aanmerking komt voor de volledige toeslag op de belastingvrije som. De andere ouder verliest het recht op de helft ervan.

Bovendien gebeurt deze aanpassing niet automatisch: de ouder die recht heeft op de volledige toeslag moet daar uitdrukkelijk om vragen. Het gebeurt zo dat de ene ouder de helft van het voordeel verliest, zonder dat de andere het totaal krijgt omdat hij of zij de belastingaangifte niet in die zin aanpast.

Dit is een al langer bekend probleem. De Open VLD-kamerleden Carina Van Cauter en Luk Van Biesendienden vorig jaar een wetsvoorstel in om dit te verhelpen. Hun partij schuift het nu als prioritair naar voren in de kamercommissie Financiën. Dat zou inhouden dat het ‘in de komende weken’ behandeld wordt.

‘Het is niet logisch dat het fiscaal voordeel voor een van de ouders wegvalt, net in de jaren dat de kosten voor een kind dat doorstudeert hoger oplopen’, zegt Van Cauter. ‘De regelgeving creëert hier een discriminatie. En het gaat over behoorlijk veel geld.’

Dat een meerderjarige niet gehouden is aan een verblijfsregeling die de ouders kiezen maar zelf kiest bij wie hij of zij (voornamelijk) woont, dat kan niet gewijzigd worden. Van Cauter en Van Biesen willen dit oplossen door het criterium van ouderlijk gezag te vervangen door dat van gezamenlijk onderhoud. ‘De kostenregeling die men door de rechter laat bekrachtigen of die een rechter oplegt, loopt volgens de wet door tot de opleiding is voltooid. Wanneer het kind daarna niet meteen werk vindt, loopt ze de facto nog tijdens de wachttijd door, tot het kind uitkeringsgerechtigd wordt.’

Herziene kostenregeling

En wat als een ouder die het meerderjarige kind nauwelijks nog ziet, niet langer de helft van de kosten wil dragen? ‘Fiscaal co-ouderschap doortrekken voor meerderjarige kinderen biedt een oplossing in gezinnen waar de kostenregeling doorloopt. Je kan die echter ook steeds herzien, en dan kan de mogelijkheid vervallen om ook de toeslag op de belastingvrije som te herzien.’

De federale coalitiepartner CD&V laat bij navraag weten het wetsvoorstel te steunen. Ook de NV-A is het eens met de logica. Kamerlid Veerle Wouters: ‘Het is zeker bespreekbaar om er een mouw aan te passen, al hebben wij nog bedenkingen bij de manier waarop het wetsvoorstel is geformuleerd, met verwijzingen naar de gelijkmatig verdeelde huisvesting. Dat kan je aan een meerderjarige niet opleggen. Ook zien we dit liever ingepast in een ruimer debat. Er zijn nog meer knelpunten in de regeling, en samenhangend zou ook de aftrekbaarheid van onderhoudsgeld besproken moeten worden. Ook mogen we zeker niet de indruk wekken dat fiscaal co-ouderschap voor iedereen de gunstigste oplossing is, want voor veel gezinnen is het fiscaal voordeliger onderhoudsgeld te betalen en in te brengen.’

‘Ik ben me ervan bewust dat er meer problemen zijn. Wat mij betreft herbekijken we het hele systeem, in samenhang met het onderhoudsgeld en ook de kinderbijslag’, repliceert Van Cauter. ‘Intussen kan je wel stap voor stap de problemen proberen op te vangen.’ Tot slot wijst ze op een neveneffect van het doortrekken van fiscaal co-ouderschap: zo lang dat loopt, hebben beide ouders recht op de extra toeslag als ze alleenstaand blijven.

ERIKA RACQUET ■