CD&V wil eerst hoorzitting, dan pas onderzoekscommissie

De oprichting van de Optima-onderzoekscommissie loopt vertraging op. Het thema komt vandaag evenmin aan bod in de commissie Panama Papers.

Bron: De Standaard

Ik begrijp het allemaal wel. Maar men moet weten wat men wil. Er moet een beetje systematiek zijn.’ PS-kamerlid Achmed Laaouej leidt de bijzondere commissie die onderzoek verricht naar de Panama Papers. Hij ziet niet in hoe de perikelen van Optima daar vandaag een plaats kunnen krijgen. ‘Jan Smets, gouverneur van de Nationale Bank, en Jean-Paul Servais, directeur van de FSMA, kregen vorige week tientallen vragen. Die moeten eerst worden beantwoord.’

Zowel Peter Dedecker (N-VA) als Luk Van Biesen (Open VLD) hoopte vandaag van de betrokken toezichthouders al wat meer uitleg te kunnen vragen over de manier waarop Optima Bank ooit haar banklicentie kreeg. Bij Karel Anthonissen kon dan weer worden gepolst wat er van het BBI-onderzoek naar mogelijk witwassen bij Optima is gekomen. Maar de agenda laat dat dus niet toe.

Laaouej wijst bovendien op de verantwoordelijkheid van de commissie Financiën. CD&V zit op dezelfde lijn. De partij vindt dat de commissie, onder leiding van CD&V’er Eric Van Rompuy, eerst hoorzittingen met de betrokkenen moet organiseren. Pas nadien kan er worden nagedacht over de oprichting van een onderzoekscommissie. De partij zoekt naar de ‘meest efficiënte’ weg om de waarheid boven te halen.

Want er dreigen praktische problemen. De commissarissen en hun medewerkers zijn nu al overwerkt: dinsdag de commissie Panama Papers, woensdag de commissie Financiën, donderdag fractie- en plenaire vergadering. Het gewone wetgevende werk loopt vertraging op. Bovendien dreigt interferentie met het gerechtelijk onderzoek.

Het voorstel van SP.A-kamerlid Peter Vanvelthoven voor een onderzoekscommissie wordt woensdag besproken. Open VLD en N-VA steunen het verzoek. Om de kritiek rond mogelijke interferentie tegen te gaan, houdt Vanvelthoven het bij een beperkte opdracht. De commissie moet onderzoeken ‘of de financiële toezichthouders voldoende controle hebben uitgeoefend en adequaat hebben gereageerd op het functioneren van de bank Optima’ en of ze daarvoor ‘voldoende extra middelen’ hebben gekregen. (bbr)