Leiden minder belastingen wel tot meer jobs?

2 op de 3 vennootschappen in ons land hebben geen personeel. Nu financiënminister Johan Van Overtveldt (N-VA) timmert aan een verlaging van de vennootschapsbelasting duikt de vraag op: mogen die ook profiteren van het lagere tarief? De politiek is verdeeld, experts ook.

Bron: Het Laatste Nieuws

Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) wil de vennootschapsbelasting grondig vereenvoudigen en tegelijk het tarief drastisch laten zaken: van 33,99% naar 22 of zelfs 20%. In september legt hij zijn voorstel op tafel. Waarom? Onze vennootschapsbelasting behoort tot de hoogste van Europa. Een lagere taks moet België aantrekkelijk houden bij buitenlandse investeerders, maar ook ondernemen aanmoedigen. Het moet ‘jobs jobs jobs’ opleveren. Maar volgens sp.a-kamerlid Peter Vanvelthoven zal de jobcreatie zeer beperkt zijn – aangezien maar 2 op de 3 (66%) vennootschappen in België effectief personeel tewerkstellen. Het gaat vaak om vrije beroepers – denk aan advocaten en artsen – maar ook managers die via een vennootschap werken. Het fiscale voordeel speelt daarin een grote rol, stelt fiscalist Michel Maus (VUB).

Multinationals

Oppositiepartij sp.a oppert nu dat de regering vooral de bedrijven die jobs creëren moet belonen met een lagere vennootschapsbelasting. “Ze creëren jobs en nemen dus een belangrijke maatschappelijke taak op hun schouders. Bovendien weten we allemaal dat de middelen schaars zijn. Laat ze ons inzetten waar ze het meest opbrengen. Dat 2 op de 3 vennootschappen geen personeel tellen, moet ons hier toch over doen nadenken”, zegt Peter Vanvelthoven. Open Vld-kamerlid Luk Van Biesenvindt ook dat “bij een verlaagde vennootschapsbelasting aan bedrijven zowel met de kapitaalinbreng als met het aantal werknemers rekening moet worden gehouden.” CD&V-kamerlid Eric Van Rompuy is het niet eens: “Tewerkstelling kan je op andere manieren stimuleren: bijvoorbeeld door de sociale lasten te verlagen. Koppel je die taks aan tewerkstelling, dan betekent het dat vooral bedrijven die veel mensen tewerkstellen van de lagere tarieven kunnen genieten.” Ook Van Overtveldt (N-VA) merkt fijntjes op dat zo vooral multinationals zullen genieten van de verlaagde belasting. “Wij willen toch ook vooral dat kmo’s hiervan kunnen genieten.” Verder laat hij nog niet in zijn kaarten kijken.

Naar 15%

Het is een moeilijke discussie. Dat erkent ook fiscalist Michel Maus. “De regering kan met het personeel in dienst rekening houden bij de verlaging van de vennootschapsbelasting. En het is ook logisch dat deze piste nu opduikt. Maar in een vennootschap zijn de personeelskosten al fiscaal aftrekbaar. En voor sommige categorieën – bijvoorbeeld laaggeschoolden – kan je zelfs meer aftrekken dan de eigenlijke personeelskost. In die zin wordt het tewerkstellen van personeel al beloond. Bovendien ga je zo ook het ondernemersschap afremmen. Want je hebt de managers en de vrije beroepen die de truken van de fiscale foor kennen. Maar je hebt ook de beginnende

ondernemers, die pas mensen aannemen als de zaak goed begint te draaien.” Dat een hervorming van de belasting nodig is, staat voor Maus buiten kijf. “Verschillende manieren om bedrijven aan te trekken, liggen onder vuur. Zoals de notionale interestaftrek maar ook de excess profit rulings (het belastingvoordeel voor multinationals, red.).” De vennootschapsbelasting moet daarom ferm omlaag, stelt hij. “Idealiter naar 15%. Laten we ons tarief dalen naar 20% dan belanden we in de middenmoot van Europa. Maar die middenmoot denkt nu ook aan een verlaging. Gaan we niet lager dan hinken we weer achterop. Willen we bedrijven naar ons land lokken, moet het dus lager.”

ISOLDE VAN DEN EYNDE ■