In de kijker – MV in plenaire: Geld ECB moet in reële economie terecht komen

IMG_6087Tijdens de plenaire vergadering van 22 januari jl. heb ik Minister van Financiën, Van Overtveldt, ondervraagd over de monetaire cashinjectie van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB besloot om 60 miljard euro per maand – en dit tot september 2016 – te injecteren in Europa. Het Belgisch aandeel bedraagt 3,5 %. Dit betekent een overname door de ECB deels via de Nationale Bank van België van circa 40 miljard euro aan overheidsobligaties van beleggers.

Dit beleid heeft zijn voor- en nadelen. De minister van Financiën uitte al zijn bezorgdheid over de effecten op het spaargeld wanneer de inflatie stijgt en de rente daalt. Maar dat zal het spaargeld ook in beweging brengen. Daarnaast zal de goedkopere euro de export doen stijgen en worden investeringen aangemoedigd door de lage rentes.

Eén ding is duidelijk: als we de groeicijfers in Europa bekijken, is het glashelder dat we nood hebben aan extra investeringen en groeistimulansen. Het investeringsplan-Juncker kan daarbij helpen, de operatie van de ECB eveneens, op voorwaarde dat het geld vlot doorstroomt naar de reële economie. We moeten daarenboven ook overheidsinvesteringen in groeisectoren en cruciale infrastructuur begrotingstechnisch mogelijk maken.

De economie heeft geen nood heeft aan onzekerheid, angst en wantrouwen. Die ondergraven alleen maar toekomstige groei. Elke communicatie over de effecten van het monetair beleid is dan ook wel te overwegen. De twijfels die minister Van Overtveldt uitte, dragen niet bij tot het vertrouwen.

Het is noodzakelijk dat we onze schouders zetten onder alle maatregelen die de groei en investeringen kunnen bevorderen. Het geld dat de ECB beschikbaar stelt aan België moet in de reële economie terecht komen!

Over de concrete uitwerking van deze maatregel organiseert de kamercommissie Financiën een hoorzitting met de gouverneur van de Nationale Bank eind februari. Hierbij staat de vraag die ik stelde in de Kamer “hoe garanderen dat het geld in de reële economie terecht komt en niet gestockeerd wordt bij de banken?” centraal.

Bekijk hier de tussenkomst